Naaldvormen
De naald is het deel waarmee de groef van de plaat afgetast wordt.
Conisch
Een conische naald is de standaard naaldvorm die veelal in de meest betaalbare elementen wordt toegepast. Prima om oude platen mee af te spelen want deze vorm is niet precies genoeg gesneden om trillingen boven de 15khz te volgen. Bijkomend ‘voordeel’: Een conische naald kun je veilig achteruit draaien, leuk voor de DJ’s onder ons.
Elliptisch
De elliptische naald werd geïntroduceerd omdat de norm voor ‘hi-fi’ aangepast werd. Een bovenste frequentie van 20khz werd de norm en een conische naald kon dat niet reproduceren. Aan de buitenkant van de plaat kon hij nog aardig volgen, maar naar de binnenkant van de plaat toe werd het een uitdaging. De elliptische naaldvorm bood hier een oplossing.
Standaardmaten voor een elliptische naald:
10 x 18 µm – budgetnaalden
8 x 18 µm – kwaliteitsnaalden
5 x 18 µm – high-end naalden
Shibata e.a.
De Shibata naaldvolm is ontwikkeld om CD4/Quad 4 kanaals platen af te kunnen spelen. De draaggolf die hiervoor op de plaat geperst werd ging tot 45khz en dat was dan weer niet haalbaar voor en elliptische naald. De Shibata naald was de eerste die de veel hogere frequenties tot 45kHz kon aftasten.
Standaardmaten voor een Shibata-naald:
6 x 75 µm – “Groot” Shibata design
6 x 50 µm – “Klein” Shibata design
Na het ontstaan van de Shibata begonnen concurrenten vrijwel gelijke naaldvormen te ontwikkelen, maar die gaven ze dan weer allemaal een andere naam:
⦁ Stereohedron (7 x 72 µm)
⦁ Line Contact (komt in meerdere maten)
⦁ Fine Line (8 x 40 µm)
⦁ Hyper Elliptical (komt in meerdere maten)
De onderlinge verschillen zijn zo klein dat het apart benoemen naast Shibata eigenlijk niet de
moeite waard is.
Exotisch
De volgende stap was, logischerwijs, om een nog kleinere, fijnere naald te maken. De eerste die echt onderzoek heeft gedaan naar naaldvormen was v/d Hul. Hij kwam met een eigen naaldvorm die zoveel mogelijk moest lijken op de snijbeitel die gebruikt werd voor het snijden van de plaat. De radius van de naald werd nog kleiner dan die van Shibata.
Voordelen hiervan was dat de vervorming nog minder werd en dat bij hogere frequenties de naald beter kon ‘volgen’, of ‘tracken’. Het contactoppervlak werd groter waardoor levensduur en slijtage van de plaat verlengd werden.
Andere vormen:
⦁ Micro Line (2.5 x 75 µm)
⦁ Micro Ridge (3.8 x 75 µm)
⦁ Van Den Hul (4 x 70 µm)
⦁ Fritz Gyger (5 x 70 µm)
⦁ S.A.S. (2.5 x 75 µm)
⦁ Paratrace (4 x 70 µm)
Hoewel ze allemaal op elkaar lijken is er wel verschil. Ze hebben echter gemeen dat het raakvlak met de groef ongeveer 2/3 is van dat van een Shibata.
Bonded of nude
Bonded
De diamanttip zit op een stalen puntje, dat wordt vervolgens geslepen en op de cantilever aangebracht, gelijmd feitelijk. Het voordeel daarvan is dat het goedkoop is, want er is minder diamant gebruikt, maar het is zwaarder door het metaal, dus je raakt detail kwijt.
Nude
De hele naaldtip is gemaakt van diamant. Het voordeel is een veel betere aftasting en een lager gewicht, het nadeel is dat het duur is om te maken. Alle top-elementen hebben een nude tip. De vorm waarin deze geslepen is hangt af van de voorkeur van de producent.
Naaldslijtage
De producent van de SAS naald heeft een norm voor slijtage opgesteld, de zgn. ‘Jico-norm’.
Deze norm behelst de speeltijd waarbij de naald nog onvervormd 15khz kan afspelen, uitgaande van een perfecte afstelling:
Conisch/sferisch: 150 uur
Elliptisch: 250 uur
Shibata/Line contact: 400 uur
SAS/Micro-Ridge: 500 uur
Is deze speeltijd bereikt, betekent dat niet dat de naald versleten is, maar de degeneratie begint dan. Sommige fabrikanten hanteren een andere norm, namelijk dat de naald pas versleten is zodra hij de plaat begint te beschadigen. Dit kan twee tot vier keer langer zijn dan de Jico norm.
Bij een goed afgesteld systeem is de naaldslijtage minimaal. Naalden worden meestal van (synthetische) diamant gemaakt en diamant slijt niet noemenswaardig. De degeneratie is meestal het gevolg van een ophanging die minder wordt in de vorm van rubbers die uitdrogen en hard worden, of spandraden die slapper worden. Goedkopere elementen hebben soms naalden van saffier of zirkonia. Dat materiaal is minder hard dan diamant en kan wel slijten.
Bij een “versleten naald” is het dus vaak niet de naald zelf die aan vervanging toe is, maar de ophanging.
Samenvattend
Tonaal gezien is er eigenlijk geen verschil tussen een goede elliptische naald en een Shibata/Line Contact naald bij het afspelen van een LP in topstaat. Alleen de exotische naaldvormen doen het hier wel beter qua detaillering. Dat uit zich in een rijker geluidsbeeld.
In slijtage echter presteert de Shibata/Line Contact naald beduidend beter, hij gaat langer mee.
De betere naaldvormen spelen ook vaak ‘grijsgedraaide platen’ beter af. Deze platen zijn vaak afgespeeld met goedkopere en matig afgestelde apparatuur met eenvoudige naaldvormen. Omdat deze naaldvormen niet zo diep in de groef tasten, is de groef vaak alleen bovenin slecht. De Line/Shibata-contactvormen gaan veel dieper en raken een groter deel van de groef, waardoor een belangrijk deel van het uiteindelijke signaal ook wordt gevormd door de niet beschadigde delen van de groef.
Hoe smaller de radius van de naald is, aan de zijkant, hoe beter de aftasting en hoe lager de vervorming in hoge(re) frequenties.
Houdt naalden en platen goed schoon. Gebruik daarvoor de juiste middelen. Als je je kostbare vinyl lief hebt, is een platenwasmachine onmisbaar. Naast de hand”wasser” zoals bijvoorbeeld de Knosti Disco Antistat, zijn er ook electrische met afzuiging. Een heel bekende is de Okki Nokki, maar er zijn ook betere en duurdere zoals die van Loricraft en Keith Monks. De laatste tijd zijn de ultrasoon wassers in opkomst. Deze maken de plaat schoon dmv een ultrasoon geluid